Verwarmingstoelage stookoliefonds

Inhoud

Wie het financieel moeilijk heeft, kan jaarlijks van het Sociaal Verwarmingsfonds een toelage krijgen voor de volgende brandstoffen:

  • huisbrandolie (mazout) aan de pomp en in bulk (brandstoftank aan huis),
  • verwarmingspetroleum (type c) aan de pomp,
  • bulkpropaangas aan huis geleverd in grote hoeveelheden (in een tank, niet in flessen).

Procedure

Je hebt na leveringsdatum 60 dagen de tijd om je aanvraag in te dienen bij het Sociaal Huis Bilzen-Hoeselt.                                          

Zij gaan na of je aan de voorwaarden voldoet en vragen enkele documenten op, afhankelijk van jouw categorie.

  • Categorie 1
    Er wordt geen inkomensonderzoek gedaan als je een alleenstaande (met of zonder kinderen ten laste) met een RVV-statuut (Recht op verhoogde verzekeringstegemoetkoming) bent of als alle leden van je huishouden een RVV-statuut hebben.
    Meebrengen bij de aanvraag:
    • Identiteitskaart en pincode
    • Bankkaart
  • Categorie 2
    Meebrengen bij de aanvraag: 
    • Identiteitskaart en pincode
    • Bankkaart
    • Bewijs van het gezinsinkomen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche, attest ontvangen sociale uitkering, kadastraal inkomen …)
  • Categorie 3
    Meebrengen bij de aanvraag:
    • Identiteitskaart en pincode
    • Bankkaart
    • Beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling of een attest van de persoon die de schuldbemiddeling verricht

Kostprijs

  • Het fonds komt tussen voor maximaal 1.500 liter per verwarmingsperiode per huishouden.
  • Voor wie zich verwarmt met aan de pomp gekochte mazout of lamppetroleum heeft het fonds een forfaitaire tussenkomst van 210 euro. Eén aankoopbewijs volstaat om recht te hebben op de forfaitaire toelage.
  • Voor de in grote hoeveelheden geleverde brandstoffen schommelt het bedrag van de toelage tussen 14 en 20 cent per liter, afhankelijk van de brandstofprijs. Hoe hoger de prijs, hoe hoger de tussenkomst. De toelage per huishouden bedraagt maximaal 210 euro.

Regelgeving

  • K.B. van 9 januari 2015 tot het bepalen van de nadere regels voor de toekenning van de verwarmingstoelage in het kader van het Sociaal Stookoliefonds
  • K.B. van 10 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2005 tot het bepalen van de nadere regels voor de toekenning van de verwarmingstoelage in het kader van het Sociaal Stookoliefonds
  • O.B. betreffende de verwarmingstoelage: verhoging van de interventiedrempels vanaf 1 juni 2016.

Voor wie

  • Categorie 1
    Je hebt recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (RVV) of je hebt het OMNIO-statuut.
  • Categorie 2
    Je hebt een laag inkomen. Concreet is het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van je huishouden lager dan of gelijk aan 21.179,16 euro, verhoogd met 3.920,94 euro per persoon ten laste.
  • Categorie 3
    Je zit in schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling en je kan de verwarmingsfactuur niet betalen. 

Er wordt geen verwarmingstoelage toegekend aan mensen zonder wettig verblijf in België of mensen die verblijven in een woonzorgcentrum, opvanghuis of LOI.

Bijlagen

Naar top